Ga naar OnlyHuman home

Whitepaper: Inclusief Schrijven

Blog

Je hoeft de ontwikkelingen in de samenleving niet per se op de voet te volgen om te bemerken dat diversiteit en inclusie niet meer weg te denken zijn uit het maatschappelijk debat. Hoewel nog wel eens wordt aangegeven dat het een discussie van nu is en er tegenwoordig wel heel veel aandacht aan wordt besteed, is het tegendeel waar. En ook de discussie over de invloed van taal op het maatschappelijk gesprek is niet nieuw. In deze beschouwing gaan we in op de discussie rond inclusieve taal, het belang ervan en geven we daarvoor handreikingen en voorbeelden.

Achtergrond

Discussies over het belang van meer diversiteit op de werkvloer zijn niet nieuw maar verschuiven wel. Ging het een aantal jaren geleden nog veelal over meer vrouwen aan de top en meer kleur op de vloer, tegenwoordig is de discussie inhoudelijker en politieker en daarmee ook gevoeliger. In het verleden gingen de discussies veelal nog over cijfers, maar het gesprek nu gaat veel meer over ervaringen en beleving. Daar speelt taal een belangrijke rol bij. Woorden die pak ‘m beet twintig jaar geleden in het geheel niet ter discussie stonden, staan dat nu wel.

Hoewel het lijkt alsof dat een nieuw fenomeen is, is het dat niet. Het is passend bij taalontwikkeling in het algemeen. Neem de emancipatie van vrouwen. Deze is terug te zien in de ontwikkeling van taal. Waar beroepen eerst geduid werden met mannelijke en vrouwelijke equivalenten – denk aan meester en juf of directeur en directrice – vinden we het inmiddels normaal dat we het over leerkracht en directeur (m/v) hebben. En voelen we daar ook iets anders bij.

Zo zitten er meer verschillen in taal en de beleving erachter ten opzichte van een aantal jaren geleden. Werd er vroeger nog over ‘je baas’ gesproken, tegenwoordig hebben we het over je leidinggevende. Vroeger spraken we over het personeel, nu over medewerkers. Niet voor niets is de P&O-afdeling tegenwoordig bijna overal veranderd in een HR-team. We willen in onze taal benadrukken dat vooral de mens ertoe doet en niet de groep van personeel.

Als je goed naar taal kijkt, dan zie je daarmee ook een verschuiving in de manier waarop we in onze samenleving naar hiërarchie zijn gaan kijken. We zijn met elkaar gelijkwaardigheid belangrijker gaan vinden. Geen tegenstellingen meer in baas en personeel maar in leidinggevende en het team van medewerkers. Gelijkwaardigheid door taal dus. En toch mondt een gesprek over  inclusieve taal vaak uit in weerstand. Terwijl dit gesprek eigenlijk eveneens gaat over het aanbrengen van gelijkwaardigheid voor verschillende doelgroepen. Waarom vinden we dat dan zo moeilijk met elkaar?

Aanpassing versus gewoontes

Door de veel sneller veranderende samenleving, zowel in techniek als in samenstelling als in digitale bereikbaarheid, worden tegenstellingen sneller zichtbaar. Het voert te ver in dit stuk in te gaan op de polarisatie in de samenleving, maar feit is dat ook hierbij taal een belangrijke rol speelt. Taal kan verzachten, verleiden, vermaken maar ook verharden, aanvallen en zeer doen. En gemakkelijker dan vroeger kan taal ook weer worden ingezet voor een tegenactie.

Dat levert een spagaat op voor bedrijven die het goed willen doen. In alle meningen en ideeën over diversiteit en inclusie is het niet moeilijk de weg kwijt te raken. Soms gebeurt er daardoor helemaal niets meer. Het gevoel dat je voor een bos staat en al bij voorbaat verdwaald bent en dat je daarom de tocht maar niet meer aanvangt.

In datzelfde bos van meningen zijn een aantal vraagstukken te zien:

  • Inclusieve teksten en de veranderde zienswijze op koloniaal verleden

Door een andere kijk op het eigen verleden, wordt pijnlijk duidelijk hoezeer taal besmet is geraakt. Het gaat dan niet per se om woorden ‘die vroeger wél konden worden gezegd’ maar over taal die toen ook al negatief geladen was, maar niet besproken of veroordeeld werd. Dat we dat nu wel doen zegt niets overgevoeligheid bij de ene groep maar meer over de niet aanwezige nuance die lang gemeengoed was.

  • Diversiteit alleen zien als meer mensen van kleur

Jarenlang waren vrouwen de belangrijkste doelgroep binnen bedrijven, daarna werden het medewerkers met een bi-culturele achtergrond. Steeds meer neemt het intersectioneel denken de overhand. Daarbij gaat het niet over één maar over de combinatie van factoren die iemands kansen in het leven bepalen.

  • Gender gaat niet meer over alleen mannen en vrouwen

In de huidige samenleving is een veel bredere kijk op sekse en gender ontstaan. Er zijn meer en meer mensen die zich als non-binair identificeren. Dit is in taal uitgebreid met de aanduiding hen of die en de aanduiding ‘x’.

Taal laat dus aan de ene kant de samenleving zien met daarin alle ontwikkelingen die er plaatsvinden, maar het kan ook worden ingezet om bepaalde (groepen) mensen in te sluiten. Dat is waar inclusieve taal over gaat.

Inclusieve taal

Ook binnen OnlyHuman is lang gezocht naar een manier om dit bos vol doornen en laaghangende takken te betreden.

We deden dat door lang met elkaar vanuit een relatief veilige comfortzone onze route te bekijken, niet gehinderd door onze eigen vooroordelen. We zochten een route die ons over al gebaande paden heen zou laten lopen om op die manier zo ongeschonden mogelijk de andere kant van het bos te bereiken. Een dergelijke kaart bestaat dus niet. Je weet van te voren niet weet wat je onderweg tegen gaat komen en welke mensen je tegenkomt op dat pad.

In deze tocht is het vooral van belang om open om je heen te blijven kijken en je eigen vooringenomenheid achter je te laten. Want in een tijd waarin we élk potentieel willen en ook moeten bereiken om onze samenleving en onze arbeidsmarkt te laten draaien, kunnen we niet anders dan openstaan voor andere en nieuwe perspectieven.

Taal is een reflectie van ons denken en ons ervaren, van ons zijn. We gebruiken het om over de werkelijkheid te praten. Lang ging dat in ons schrijven en spreken over de meerderheid, waardoor sommige groepen – soms onbewust – werden buitengesloten. Inclusief taalgebruik draagt bij aan een meer inclusieve maatschappij waarin de gelijkwaardigheid van mensen wordt vergroot en anderszijn wordt gerespecteerd. Het straalt uit dat mensen erbij horen en mee mogen doen en gaat stigmatiseringen tegen.

Denk aan uitdrukkingen als:

  • Dames en heren, jongens en meisjes
  • Mensen met een kleurtje, buitenlanders, allochtoon
  • Echtgenoot of echtgenote
  • Gehandicapte
  • Blank versus zwart
  • Ben je blind/doof/achterlijk

In een tijd waarin we inclusie, erbij horen, betrokkenheid belangrijk vinden en aan de andere kant ook een hoge mate van polarisatie zien, is ons taalgebruik steeds belangrijker. Met taal kunnen we laten zien dat we rekening houden met elkaar.

We delen hier onze tips met je:

1. Kies voor alternatieven in gender:

  • ‘Ouders’ en ‘partner’ of ‘onderwijzer’. En zo zijn er veel genderneutrale termen die dezelfde betekenis dragen, maar niemand uitsluiten.

2. Gebruik genderneutrale of -inclusieve voornaamwoorden:

  • ‘Hun’ of ‘hen’, ’die’ of ‘diens’
  • Schrijf in meervoud
  • Spreek direct aan met ‘u’ of ‘jij’

En voor wie hen of hun als meervoud beschouwt, het woord hen of hun wordt in deze altijd gevolgd door een enkelvoudige vervoeging, waarmee taal ook de genderneutraliteit duidt.

Bijvoorbeeld:

‘De klant kan altijd rekenen op de expertise van ons bureau om zijn of haar vragen goed te beantwoorden.’ 

Dit kan ook worden:

‘De klant kan altijd rekenen op de expertise van ons bureau om diens vragen goed te beantwoorden.’ 

3.Refereer naar mensen en gebruik bijvoeglijk naamwoorden in plaats van zelfstandige naamwoorden.

Bijvoorbeeld:

‘Autisten ervaren meer drempels in sollicitatiegesprekken.’ 

Dit wordt:

‘Mensen met autisme ervaren meer drempels in sollicitatiegesprekken.’

Of denk bij ‘ADHD’er of ‘gehandicapte’ aan een vervanging in ‘onze collega met ADHD’ of een persoon met een handicap’.

4. Erken kleur als dat ertoe doet, laat het weg als het niets toevoegt

Hoe vaak zeggen – overigens vaak witte – mensen niet dat ze ‘geen kleur zien of dat kleur er niet toe doet’?

Maar we zien bijna allemaal kleuren. Het benoemen van kleur heeft snel een lading. Het ontkennen echter van kleur, ontkent ook de invloed van kleur op iemands leven, ervaringen, verhalen. Wanneer kleur er niet toe doet om je verhaal te vertellen benoem dan geen kleur of afkomst. Maar als het wel toe doet in je tekst, benoem deze dan met de juiste terminologie.

Juiste termen zijn: zwarte mensen, mensen van kleur en witte mensen,  mensen met een bi- of multiculturele achtergrond, mensen met een migratieachtergrond.

Gebruik dus wit in plaats van blank. Dit hangt samen met het koloniale slavernijverleden waar blank de betekenis van puur en rein had. Hoezeer deze connotatie er wellicht niet meer is voor veel witte mensen in de huidige tijd, voelt dit voor veel mensen van kleur heel anders. Inclusief schrijven betekent dat we daar rekening mee houden.

Denk ook aan het verschil tussen slaaf en tot slaaf gemaakte. Beide begrippen vertellen een ander verhaal. Door je taalgebruik aan te passen erken je het verhaal van een ander en blijf je niet in je eigen verhaal vastzitten.

Echter, soms doet kleur wél ter zake. Denk aan onderzoeken waarin bepaalde data opgevraagd wordt die samenhangt met komaf. Zo kun je wel stellen dat ‘mannen nog steeds meer verdienen dan vrouwen’ en ‘witte vrouwen gemiddeld meer verdienen dan zwarte vrouwen’ als je hier een onderzoek naar doet.

Denk aan ‘ADHD’er of ‘gehandicapte’. Dit kan worden vervangen door ‘onze collega met ADHD’ of een persoon met een handicap’.

5. Schrijf niet te moeilijk én toegankelijk

Het doel van inclusief schrijven is dat iedereen wordt ingesloten. Schrijf dus niet op een te hoog taalniveau. B1 kunnen de meeste mensen lezen en wordt door ook mensen met een hoger opleidingsniveau veelal als prettiger ervaren. En is je doelgroep een grote diverse groep, maak er dan A2-niveau van. Onthoud vooral:

  • Gebruik geen moeilijke of specialistische woorden
  • Schrijf beknopt en makkelijk leesbaar
  • Gebruik tussenkoppen en witregels.

Toegankelijkheid wordt daarnaast vaak vergeten. Bedrijven schrijven steeds meer teksten voor online. Uit onderzoek blijkt dat 25% van alle internetlezers een functionele beperking heeft. Dat kan over slechtziendheid gaan, maar ook over autisme, dyslexsie of een motorische beperking. Vijfentwintig procent is een grote groep mensen die je uitsluit als je hier geen rekening mee houdt. Als organisatie kun je hierin ook geholpen worden door de WCAG-richtlijnen die je kunnen helpen waarneembare, bedienbare, begrijpelijke teksten te schrijven.

Ik wil en dan?

Het belang van inclusief schrijven zijn we binnen OnlyHuman steeds meer gaan zien. Vanuit onze missie en visie willen we met een persoonlijke benadering, gedrevenheid, samenwerking oprecht en deskundig onze mensen matchen met bedrijven. We kunnen dus niet anders dan vanuit die persoonlijke benadering ook inclusief in ons taalgebruik zijn.

Zijn we daar al? Nee. Ook wij leren nog elke dag. Maar we zijn inmiddels wel op pad. Niet met een uitgestippelde routekaart maar wel met handreikingen, nieuwe contacten die soms als reisleider fungeren.

Want met taal kunnen we meewerken aan een inclusievere samenleving. Met taal kunnen we nieuwe dialogen tot stand brengen en rekening houden met alle mensen, alle talenten die onze samenleving rijk is.

En mocht je hierover met ons in gesprek willen gaan, dan staan we altijd open om onze eigen ervaringen, werkwijze en boswandeling met je te delen.

Inclusie, zo hebben we gemerkt, begint met dóen! Met het verhaal van het papier halen en naar je dagelijkse werk brengen. Door met een open blik naar je teksten en overige uitingen te kijken. Door mensen met een andere blik op de wereld bij je organisatie en je werk te betrekken. Door het gesprek aan te gaan wat taal en teksten oproepen.

Wil je nog tips? Kijk dan vooral ook eens op het platform Textmetrics. Hier vind je veel tips om uitsluiting door taalgebruik te voorkomen.

Bronnen

Nog eens teruglezen?

Sla het artikel op of download de PDF hier

Download de whitepaper