Ga naar OnlyHuman home

Strategisch omgevingsmanagement laat zien: het betrekken van de burger is essentieel voor duurzaam succes

Blog

In een tijd dat de burger steeds mondiger wordt, hoger opgeleid is, toegang heeft tot meer informatie en via social media rechtstreeks in contact staat met de politiek, is belangenmanagement en vertrouwen essentieel. Als iedereen zich met alles gaat bemoeien, zonder kennis van zaken of aantoonbaar belang, dreigt elke onderhandeling een puinhoop te worden. Strategisch belangenmanagement (of ‘omgevingsmanagement’) is het succesvol proactief meenemen van de belangen van diverse stakeholders in een proces gericht op het voorkomen van problemen en het versterken van het onderling vertrouwen. Bij publieke projecten, zoals de totstandkoming van Regionale Energiestrategieën, lijkt de oplossing logisch, voor de hand liggend. Maar als de initiatieven concreter worden, duidelijk wordt wie wat wel mag of moet doen of juist niet, dan stapelen de tegenstellingen zich op. Vanuit overheid, ondernemers en burgers dienen vragen en zorgen zich aan, die de voortgang en oplevering van een project soms flink in de weg kunnen staan. 

 

“Succes van complexe trajecten steunt op twee wetten. Één: als het spannend wordt, dan kiest iedereen voor zichzelf en twee: Als je samen tot een akkoord en implementatie van dat akkoord wilt komen, moet iedereen uit eigen belang voor dat akkoord kiezen.” “Samen voor ons eigen” zoals van Kooten en De Bie het al zeiden. Marc Wesselink, co-founder en Managing Director van consultancybureau WesselinkVanZijst, springt bij als people (burgers), planet (overheid) en profit (ondernemers) niet op één lijn liggen. Of, zoals hij zelf zegt: “Wij komen om de hoek kijken als het spannend wordt. Voor ondernemers, overheid, maatschappelijke organisatie of de burger.” Hij weet als geen ander hoe belangrijk burgerparticipatie is. “De winst zit ‘m voornamelijk in het begin: anticiperen op de belangen van partijen voordat plannen gepresenteerd worden.” We spreken Marc over zijn ervaring en expertise van strategisch omgevingsmanagement, en de kansen en valkuilen van burgerparticipatie.

 

Iedereen moet erachter (kunnen) staan

“Als je de twee wetten snapt, kun je strategische belangen managen.” Marc legt uit. “Iedereen moet het akkoord (thuis) kunnen verkopen, erachter kunnen staan. Polderen, genoegen nemen met het slechts mogelijke akkoord, is geen garantie voor betrokkenheid van begin tot eind. De reden dat veel plannen niet of alleen op korte termijn lijken te “slagen”, is omdat er niet goed genoeg naar het grote plaatje is gekeken. Wie heeft welke belangen en hoe kun je die inzetten om juist dichter bij elkaar te komen?” Het gaat hierbij in het algemeen om de drie groepen stakeholders: people, planet en profit. ‘Profit’ zijnde de betrokken ondernemers, en ‘people’ wordt vertegenwoordigd door de overheid en bewonersorganisaties; dat zijn wij. Mensen als jij en ik. En ‘Planet’; mensen en organisaties die zich zorgen maken over natuur en milieu. “Juist door die belangen vooraf uit te diepen en op zoek te gaan naar een gemeenschappelijk gewin, kom je dichter bij een oplossing. Het startpunt is altijd dat iedereen tevreden moeten kunnen zijn, anders houdt je plan geen stand. Wij maken analyses en gaan daarna in gesprek met de overheid, ondernemers, maatschappelijke organisaties en burgers vóórdat de plannen opgesteld, gepresenteerd en doorgevoerd worden. Je wilt duidelijk maken dat je mensen ziet en hoort. Dat ze niet vergeten worden. Zo creëer je rijkere oplossingen, meer draagvlak en uiteindelijk: duurzaam succes.

 

Juist door de belangen van alle stakeholders vooraf uit te diepen en op zoek te gaan naar een gemeenschappelijk gewin, kom je dichter bij een oplossing. Het startpunt is altijd dat iedereen tevreden moeten kunnen zijn, anders houdt je plan geen stand.

 

De wet van het fietspad

Het laat zich het beste uitleggen aan de hand van ‘het fietspadvoorbeeld’. In een plaats in Noord-Holland was vanuit het Waterschap de wens de dijken te verhogen en te verbreden (klimaatadaptatie). Het doel was en is de achterliggende woongebieden te beschermen. Nobel, zou je denken, maar het plan werd met name door de bewoners op de dijken (people) niet goed ontvangen. Vertraging, extra kosten en veel spanning was het resultaat. Uit onze analyse bleek dat het schortte aan de analyse en de strategie. Veel aannames werden gedaan over waarom het een probleem zou zijn voor die bewoners. Er werden direct oplossingen voorgesteld, in plaats van het uitdiepen van de belangen van deze bewoners groep. Toen dit wel gebeurde, bleek dat de bewoners in de huidige situatie bang waren voor de veiligheid van hun kinderen. Zij fietsten altijd op die dijk, waar hard en onveilig wordt gereden. De oplossing was daarmee opeens relatief simpel: het ging niet alleen om waterveiligheid, maar ook om veilige mobiliteit. Samen is gewerkt aan plannen om de dijken niet breder en hoger te maken dan nodig, en tegelijkertijd een separaat fietspad mee te ontwerpen. Je snapt het: een dikke 8,5 vanuit de bewoners. Niet alleen waren de bewoners voorstander van de plannen, zij werden de grote voorstander en ambassadeur.

 

Vergelijkbare voorbeelden doen zich nu voor en gaan zich nog veel voordoen bij het opstellen en implementeren van de Regionale Energiestrategieën (RES-en): Het is niet moeilijk om het op een hoog abstractieniveau eens te worden over de opgave. Maar om concreet te maken hoe die lokaal gerealiseerd moet worden, is heel andere koek. Een goede analyse van belangen, lokale vraagstukken en een vroegtijdige dialoog zijn nodig om de RES-en een kans van slagen te geven.

 

Even de diepte in: Op 28 juni 2019 publiceerde het kabinet het Klimaatakkoord: de Nederlandse uitwerking van de internationale klimaatafspraken van Parijs (2015). We zullen met elkaar de CO2-uitstoot sterk moeten gaan verminderen: in 2030 met de helft ten opzichte van 1990. Één van de afspraken uit het akkoord is dat 30 energieregio’s in Nederland onderzoeken waar en hoe het beste duurzame elektriciteit op land (wind en zon) opgewekt kan worden. Maar ook welke warmtebronnen te gebruiken zijn zodat wijken en gebouwen van het aardgas af kunnen. Waar is ruimte en hoeveel? Zijn de plekken maatschappelijk gezien acceptabel en financieel haalbaar? In een Regionale Energiestrategie (RES) beschrijft elke energieregio zijn eigen keuzes. Het bedenken hoe het kan en wat je er mee kunt besparen is simpel: van het gas af, zonnepanelen op het dak, elektrisch rijden en windmolens in de achtertuin. Zolang niet duidelijk is wat de concrete consequenties voor één ieder zijn, zijn plannen geduldig. Maar zodra duidelijk wordt dat je in de slagschaduw van een windmolen komt te wonen, wordt die afweging anders. Of als duidelijk is wat de particuliere kosten zijn van die transitie. Strategisch omgevingsmanagement helpt bij het voorspellen van het gedrag van stakeholders en het vroegtijdig nadenken over aanpakken die recht doen aan de verschillende belangen.

 

 

Kansen voor burgerparticipatie in het digitale tijdperk

Burgerparticipatie is een must. Zeker voor bovenstaande complexe opgaven als RES-en en klimaatadaptatie projecten. Er zijn al veel stappen gezet op het gebied van burgerparticipatie. Maar wat is nu de impact van het digitale tijdperk? We vroegen Marc hoe je in strategische trajecten en planontwikkeling de burger kunt betrekken. En hoe je dat doet als die participatie steeds vaker digitaal plaatsvindt, zeker nu de samenleving daar meer en meer op ingericht is? Marc ziet een aantal grote voordelen. Met name dat stakeholders asynchroon kunnen participeren, op een moment dat het hun uitkomt een website kunnen bezoeken, vragen kunnen stellen, stellingen kunnen beantwoorden en kunnen stemmen op oplossingsrichtingen. Naast websites kun je via mail en online surveys veel uitvragen. Via online sessies kun je met elkaar de diepte in. Het aantal mensen dat zo betrokken kan worden, gaat omhoog.

 

Risico’s van burgerparticipatie in het digitale tijdperk

Marc ziet ook valkuilen van digitale burgerparticipatie. “Vooral als het spannend wordt, zijn het ontbreken van context en inzicht in non-verbale communicatie twee hele belangrijke risicofactoren. Onze ervaring leert dat de energie in een fysieke ruimte soms de aanpak in een gesprek bepaalt. Voelen hoe de stemming is, helpt je te bepalen hoe moeilijk iets gaat worden, hoe je opent en aftast. Bij echt complexe trajecten lopen de gemoederen soms hoog op. Dan helpt het niet om digitaal vragen te stellen. Mensen vinden het ontzettend belangrijk om gezien en gehoord te worden.”

 

Tot voor kort was het zo dat het lastig was om online sessies op een zelfde manier creatief in te richten als live-sessies, waar je mensen met papier, schaar, kaarten en materiaal aan het werk kunt zetten. De innovatie van de afgelopen jaren laat zien dat de achterstand van de digitale wereld is afgenomen door de komst van nieuwe tools, apps en online platforms waar personen synchroon met elkaar plannen en ontwerpen maken.

 

Daarnaast is er nog een belangrijk feit om rekening mee te houden. Want dit tijdperk mag digitaal zijn, niet al onze burgers zijn dat. “Wanneer je de burgerparticipatie volledig digitaal inricht, sluit je ook een groep buiten. De pensionado’s zijn makkelijk te betrekken. Zij zijn goed georganiseerd en verbinden zich aan deze opgaven, maar echte ouderen doen hier niet aan mee. Jongeren zijn dan weer zeer digitaal, maar krijgen teveel aanbod. Die wil je op een andere manier actief betrekken.”