Ga naar hoofdinhoud

Als er iets moet blijven stijgen in Nederland, dan is het wel het waterbewustzijn. 'Niets is meer vanzelfsprekend.'

Suzanne van der Eerden

”De eerste keer nadat je huis is overstroomd, leg je er gewoon weer een houten vloer in. ‘toeval’, denk je dan. Bij een tweede keer baal je net iets harder. Maar pas bij een derde keer komt het besef van urgentie. Dit besef is o.a. wat verandering in gang brengt.” Het is een stukje psychologie achter de doelstellingen en communicatiemiddelen van “Ons Water”, leggen communicatiespecialisten Rosanne Kroezen en Jeanine van de Haterd uit. Zij denken, onder de vlag van Ons Water, mee over campagnes en tools en projecten om die bewustwording te realiseren. “Een behoorlijke uitdaging, omdat we namens elf betrokken partijen zes verschillende doelgroepen op twee thema’s in beweging willen krijgen. Veel verschillende belangen en ambities, met zowel eigen ambities als gedeelde doelen.” Maar ze doen het, en met succes. Hoe dan?

Het programma richt zich op uitdagingen en oplossingen rondom te veel en te weinig water in Nederland. Elf samenwerkende partijen proberen Nederland meer water- en klimaatbewust te maken, door onderlinge verbindingen te leggen en te zorgen dat de boodschappen vanuit de diverse partners op elkaar aansluiten. “Water zien we als iets heel vanzelfsprekends. We denken altijd ‘er is voldoende’, maar die vanzelfsprekendheid verandert met klimaatverandering. Zo is er op sommige momenten juist te veel water – zoals de overstromingen in Limburg – wat gevolgd wordt door een droge zomer. Je kunt in natte tijden water opslaan om in droogte te gebruiken, maar daar denken we te weinig over na. Die urgentie en bewustwording verdient aandacht.”

Programmateam Ons Water tijdens de vakdag bij de Groene Afslag in Laren op 18 april jl. Vlnr: Jeanine van de Haterd, Lisa Tiggelman (webredactie), Kim Coppes (dagvoorzitter), Japke-d. Bouma (spreker), Rosanne Kroezen en Richard Flipse (programmamanager).

Bewustwording en handelingsperspectief

Sinds kort is daarom ook het thema ‘klimaatbewustzijn’ toegevoegd. Aan Rosanne en Jeanine om niet alleen alles tussen de oren te krijgen, maar ook in de benen. “Binnenkort vindt de drie-meting plaats. Voor het vierde keer op rij meten we wat het water- en klimaatbewustzijn van de Nederlander is. Waterpeil, heet deze meting, en dat peil laat zien dat de inwoners die bij water wonen meer waterbewust zijn. En ook uit recent onderzoek van De Leefstijlvinder zien we dat mensen wat meer waterbewust zijn. Met de tool kunnen overheden op postcode niveau zien hoe inwoners denken over water en klimaat en wat zij hierbij belangrijk vinden. Vervolgens kunnen overheden hun communicatiestrategie hierop aanpassen. De zes types Nederlanders volgens de Leefstijlvinder – variërend van de “dit is een ver van mijn bed show- type” tot de “sceptische criticus”- type – veranderen in aandeel. Steeds meer mensen zien de urgentie. Doel van alles wat we doen is een laagdrempelig handelingsperspectief bieden. Met behulp van gedragsdeskundigen geven we concreet antwoord op de vraag ‘Wat kan ik zelf doen aan wateroverlast, tekort of het vergroenen van mijn tuin of balkon?”

De stijgende bewustwording is het gevolg van zowel vele externe factoren als van het programma, dat groeit in activiteit sinds de totstandkoming in 2015. “Aanleiding was het OESO rapport waarin stond dat de waterbeheerders het goed doen maar het waterbewustzijn dusdanig laag is dat er iets moest veranderen. Oud-minister Melanie Schultz-van Haegen ging aan de slag om mensen te wijzen op risico’s van overstromingen en tekort. Voor het OESO-rapport was er de campagne “Nederland leeft met water”, waarmee we vooral lieten zien wát we deden. Maar toen duidelijk werd dat het doel was de Nederlandse inwoner zelf in actie te laten komen, veranderde de aanpak ook. Alles wat we doen draait uiteindelijk om het bieden van handelingsperspectieven.”

Zes tools binnen een onuitputbare online omgeving

Om alle doelstellingen te verwezenlijken, heeft Ons Water meerdere producten ontwikkeld. De website onswater.nl is de spil van het programma met diverse zustersites, zoals watereducatie.nl en als laatste toevoeging NLvergroent.nl. Naast de eerder genoemde Leefstijlvinder en Waterpeil, zijn er nog vier producten. Rijkswaterstaat ontwikkelde overstroomik.nl, waar je kunt kijken hoe hoog het risico in jouw postcodegebied is als dijken breken of rivieren buiten hun oevers treden en wat je dan zelf kunt doen. Twee maal per jaar is het de Week van Ons Water waarin door het hele land activiteiten georganiseerd worden door de waterpartners. Denk aan (riool)wandelingen, boottochten en natuurlijk kun je een van de Nederlandse watermusea bezoeken. Daarnaast is vorig jaar voor het eerst een podcastserie gemaakt, Nattigheid’, met opbeurende waterverhalen, en organiseren we jaarlijks een vakdag voor communicatieprofessionals die in de wereld van water en klimaat werken. Deze professionals vinden op onswater.nl ook toolkits, zoals de nieuwe toolkit ‘Wateroverlast, overstroming, hitte en droogte’. Het zijn teksten, infographics, tips en trucs, bedoeld voor gemeenten, waterschappen, veiligheidsregio’s en andere organisaties. Zo’n toolkit speelt een belangrijke rol in de echt effectieve aanpak: regionaal en lokaal communiceren.

Wat in het Noorden nieuw is zet in het Zuiden geen zoden aan de dijk

“Als er iets is wat we geleerd hebben, dan is het dat communiceren op landelijk niveau een mooie basis is voor het waterverhaal maar dat het meer impact maakt als het lokaal ingevuld wordt. Het verschil tussen aanslaan of de plank misslaan met tips en trucs, is soms heel lokaal. We zagen het tijdens de overstromingen in Limburg. In de veiligheidsregio Noord was het water minder heftig aanwezig en waren de kernboodschappen niet relevant voor dat gebied. Ook is de beleving per gemeente totaal anders. In Zuid-Limburg is de ene gemeente erg geholpen met een communicatieboodschap en campagne terwijl de andere gemeente het totaal niet aan slaat. De eerder genoemde toolkit biedt regionale partijen precies de handvatten om lokale initiatieven te realiseren. Een voorbeeld hiervan is een samenwerking met de verschillende watermusea die Nederland rijk is. In een (Amerikaans) onderzoek lazen we over hoe mensen eerder geneigd zijn informatie aan te nemen van een museum dan van de overheid omdat zij als een meer betrouwbare afzender worden gezien. Zo proberen we via musea ook mensen in beweging te krijgen.”

Niet te zwaar, niet te mooi

Wie wat wel of niet zegt en hoe houden beide dames dagelijks bezig.

Als het aankomt op het creëren van maatschappelijk bewustzijn en de acties die daarbij horen, is de lijn tussen het veel te zwaar of veel te mooi maken flinterdun.

“Het vinden van de juiste toon is een spannend spel. Uit onderzoek is vooral gebleken dat mensen die nog niet in beweging zijn, in grofweg twee groepen te verdelen zijn. De groep die depressief wordt bij de gedachte aan wat er allemaal staat te gebeuren en er liever niet aan denkt, en de groep die wel wil maar door de bomen het (bedreigde) bos niet meer ziet en dus niet weet waar te beginnen. Vertel je over de risico’s van water en klimaat en maak je het heel zwaar en verschrikkelijk, dan haakt de eerste groep mensen af. Deel je leuke initiatieven en persoonlijke verhalen, dan trekken de sceptici je aanpak in twijfel of nemen je niet serieus. Feit is wel dat de één aan gaat op droge feiten en ijskoude urgentie, terwijl de ander veel liever hoort hoe hij zijn tuin laat groeien en bloeien. Dat hij daarmee strijdt voor biodiversiteit en tegen (de gevolgen van) klimaatverandering is dan bijzaak. Hoe specifieker je doelgroep in (6 typen) leefstijlen in het vizier hebt, hoe concreter je kunt communiceren en hoe meer resultaat je behaalt.

Wel bereiken, niet doordringen

“Ook daarvoor is die lokale benadering van belang: duizenden mensen vallen beter in groepen te verdelen dan de zeventien miljoen Nederlanders. Een waterschap kan binnen haar eigen verzorgingsgebied kiezen welke aanpak het beste is. In Noord-Holland betekende dit dat het lokale waterschap een communicatiestrategie per doelgroep uitrolde. De twee grootste groepen, de eerder genoemde uitersten, kregen ieder een eigen aanpak. De ‘ver van mijn bed show’ mensen kregen een informele uitnodiging en werden uitgenodigd in een dorpshuis, terwijl kritische sceptici een meer formele uitnodiging ontvingen en werden verwacht in een officiële eventruimte. Eenzelfde aanpak vond na de nodige lobby doorgang in Land van Cuijk. We zien dat het aanslaat.”

Een massamediale campagne zorgt ervoor dat je mensen wel bereikt maar niet tot ze doordringt.

Genoeg landelijke activiteit die wel voor beweging zorgt, overigens, “Het NK Tegelwippen is gestart op 21 maart, een van de acties van de gezamenlijke aanpak ‘Een groener Nederland begint in je eigen tuin’. Het eerste jaar was het Rotterdam tegen Amsterdam, het tweede jaar deden al 81 gemeenten mee en vorig jaar 135. Dit vierde jaar zijn al bijna tweehonderd gemeenten aangesloten. Belangrijk is hoe gemeenten iets zo effectief én makkelijk kunnen maken. Hoe uitnodigend is het wanneer je de tegels die je uit je tuin haalt in de tegel-taxi in de straat kunt weggooien, en er een hovenier ingezet is voor gratis advies over jouw (biodiverse) tuin?” Ze zetten hiermee niet in op de urgentie, maar op plezier. Achteraf wordt uitgelegd waarom de verandering van uit water- en klimaatverhaal goed zijn. Ook dat draagt bij aan het vergroten van de intrinsieke motivatie en dat is waar verandering echt begint.

Samenwerking staat als een paal boven water

“Wat we ook bedenken; we moeten het samen doen. Daarmee bedoelen we niet alleen de burger, maar ook de elf betrokken partijen. En ja, dat is een uitdaging. Je wil met één mond spreken, maar welke toon kies je? Drinkwaterbedrijven zijn geen overheid en hebben andere belangen dan Rijkswaterstaat of de waterschappen, maar zij hebben elkaar wel nodig en andersom.”

Soms is er een crisis nodig om duidelijk te maken hoe de vork in de steel zit. Ten tijde van extreme droogte zien we dat het concreet wordt; we zijn allemaal een schakel in het proces.

“Het peil van het IJsselmeer verhogen, de gemalen openzetten en een bespaaractie op drinkwater; alles staat met elkaar in verbinding. Gemeente, woningcorporatie, hoveniers, waterschap kunnen met elkaar lokaal initiatief tonen en inwoners aanmoedigen en faciliteren.”

Nu voor de toekomst

Alles wat we – de overheid, haar communicatiespecialisten, wij als inwoners – nu doen, draagt bij aan de toekomst. Ons Water richt zich dan ook op het bereiken en betrekken van de toekomstige generatie: jongeren van diverse leeftijden. “‘Het blauwgroene schoolplein’ is een heel concreet concept dat per direct uitgevoerd kan worden: tegels eruit, planten en water erin. Meer aandacht voor klimaatverandering in het curriculum zelf, dat voor het laatst is herzien in 2006, is ook een belangrijke stap. De plannen en ambities zijn groot. Maar dat is nodig. Uit het laatste IPCC rapport blijkt dat 40 tot 70% van de klimaatopgave afhankelijk is van gedragsverandering. Onderwijs kan positief bijdragen aan het aanleren van een duurzame leefstijl. En ja, dat is een echt lange termijnplan, dus liever gisteren dan vandaag beginnen. Dit moet gebeuren.”

Inhoud