Je bent ze vast wel eens tegengekomen; teksten met taalfouten. Zelfs communicatiespecialisten schrijven niet altijd foutloos. Hoe werkt dat nu? Waar gaat het mis? Dat vroegen wij ons af nadat we een mailing naar ons kandidatenbestand hadden verstuurd. We kwamen een zin tegen die niet goed stond. Het viel gelijk op na versturen, terwijl er 4 mensen naar hadden gekeken. Niet handig natuurlijk en tegelijkertijd ook weer heel interessant. Waarom gebeurt dit? Want we weten heel goed hoe we de Nederlandse taal moeten gebruiken. Tijd om Google te raadplegen.
Fouten en ons brein
Volgens Google (bron: nemokennislink) is er in ons brein een gebied, de anterieure cingulate cortex (ACC), dat razendsnel actief wordt als we een fout maken. Daardoor kunnen we onze fouten detecteren en ervan leren. En als we er dan van leren? Waarom dan toch nog die fouten tijdens het schrijven van teksten? Volgens onderzoeker Dominiek Sandra worden in de meeste gevallen spelfouten gemaakt als het niet correspondeert met de uitspraak. Dit heeft te maken met ons woordgeheugen waarin we alle woorden opslaan die we lezen. Ook de vormen die voorspelbaar zijn op basis van grammaticale informatie, zoals ‘wordt’. De vormen die in ons geheugen het meest aanwezig zijn, uiten zich het sterkst, zeker als we niet opletten of afgeleid worden.
Wat kun je extra doen om jouw tekst foutloos te versturen?
- Leg de tekst weg en lees de tekst een paar uur later nog een keer door.
- Scan de tekst alleen op grammatica- en spellingfouten, dus niet op stijl of de formulering.
- Als je twijfelt of je de juiste spelling of grammatica hebt gebruikt, check dit nog een keer. Deze website is hiervoor handig.
- Laat je stuk tekst nalezen door iemand anders.
- Heb je niemand om jouw tekst na te lezen? Lees je tekst een keer hardop of vergroot de letters van je beeldscherm. Ook dit kan helpen.
- En vergeet niet; iedereen maakt fouten. Dus mocht het een keer gebeuren, leer ervan. Laat jouw anterieure cingulate cortex het werk doen 😉
Kom jij ook geregeld taalfoutjes tegen of maak jij ze zelf weleens? En vind je het interesant om te lezen hoe dit werkt in ons brein? Lees dan een deel van het onderzoek van Dominiek Sandra.
